Najib Amhali in LEF magazine

najib amhali lef magazine

The Masked Comedian

Ondanks jarenlange geruchten van drugsgebruik en verslaving, bleef Najib Amhali de altijd goedgehumeurde talentvolle publiekslieveling. Mede daardoor bleef zijn verslaving in stand. Totdat hij écht in herstel kwam en het verschil van alle kanten duidelijk werd. ‘Ik ben verschrikkelijk gelukkig nu. Binnenkort start ik met de opleiding tot verslavingscounselor’

Tekst Jolande Bastiaans Fotografie Mitch van Schijndel

‘Een jaar of zes geleden merkte ik dat mijn cocaïnegebruik helemaal uit de hand liep. Ik was depressief en reageerde geïrriteerd op alles en iedereen. Zeker naar mijn gezin toe. Het enige dat ik nog deed was wakker worden om één á twee uur, wat eten, in de auto stappen en een show doen. Als ik s nachts thuiskwam begon het hele riedeltje weer van voren af aan. Op het einde had ik vrijwel alleen nog contact met dealers, voor de rest isoleerde ik me en ik had weinig sociale contacten. Ik nam me duizendmaal voor om te stoppen, maar steeds was er weer een aanleiding om wél te gebruiken. Alleen op gezinsvakanties lukte het me om nuchter te blijven. Maar al in het vliegtuig terug was ik bij wijze van spreken alweer aan het bestellen. Die nuchtere vakanties hielden mijn verslaving ook wel langer in stand. Zie je wel dat ik ook kan stoppen, dacht ik dan. Dat gold ook voor mijn vrouw. Die heb ik de laatste paar jaar verschrikkelijk vaak voorgelogen. Het punt was dat ze het altijd aan me zag. Ik kon nog zo hard liegen, ze zag het meteen als ik gebruikt had. Ik heb wel eens tegen haar gezegd dat ze maar als drugscontroleur op Schiphol moest gaan werken. Als ik thuiskwam, ging ze met haar vinger in mijn neus en likte ze eraan. Daarom stopte ik van tevoren geregeld tampons in mijn neus gedrenkt in menthol. Uiteindelijk kwam ze er toch altijd achter. Ik had het helemaal niet meer onder controle. Daarvoor had ik al twee keren ambulante hulp gehad, maar na drie, vier maanden viel ik steeds terug. Ook ben ik nog in een kliniek in het Limburgse Epen behandeld, maar daar ben ik na drie-en-een-halve  week weer opgestapt en vrijwel direct weer begonnen met drugs.

Omgaan met tegenslagen
Drie jaar geleden – op 14 juni om precies te zijn – kwam bij mij het omslagpunt. Ik was op dat moment bezig met een nieuwe dagbehandeling en ik zag het verdriet bij mijn vrouw. Ze wist op dat punt echt niet meer wat ze moest doen. Toen is er bij mij een knop omgegaan. Ik hoorde de ellende van de andere mensen en realiseerde me dat ik, in tegenstelling tot hen, nog alles had. Ik had mijn gezin nog, mijn werk, mijn huis en lieve familieleden. Vanaf dat moment ben ik meetings gaan bezoeken. De 12 stappen deed ik overigens nog niet. Dat kwam later pas. Op de meetings leerde ik hoe anderen hun herstel beleven en vooral hoe zij met tegenslagen omgaan. Want op die tegenslagen viel ik steeds terug. Ik raakte gefrustreerd wanneer dingen niet gingen zoals ik ze wilde, vooral ook thuis. En ik had ook verdriet. Ik was er lange tijd niet geweest voor mijn gezin en hun levens waren ondertussen gewoon doorgegaan. Sindsdien ben ik langzaam weer het vertrouwen aan het terugwinnen. Dat kost tijd, dat snap ik.

Wie ben ik eigenlijk?
Een klein jaar geleden kwam ik mijn inmiddels goede vriend en sponsor Reda tegen. Het klikte enorm tussen ons. Door hem heb ik kennis gemaakt met de 12 stappen. Hij was verbaasd dat ik nog niet was teruggevallen. Hij legde me uit hoe het werkt en toen dacht ik: dat is niet alleen voor mensen met een verslaving, maar dit zou goed zijn voor iedereen. Wie ben jij en hoe richt jij je leven in?  Ik ben nu in kaart aan het brengen wie ík eigenlijk ben. Reda vertelde mij dat hij een kliniek aan het opzetten was. Heel toevallig in mijn woonplaats. Ik hoorde dat de kliniek nog investeerders nodig had en daar ben ik toen ingestapt. Zo’n kliniek openen kost heel veel tijd. Er moeten veel zaken geregeld worden, zoals vergunningen aanvragen en personeel aannemen. Ondertussen hebben Reda en ik daar meetings opgezet. In maart is de kliniek geopend. Herstel is voor mij aan jezelf werken, de 12 stappen doen, service en naar meetings gaan. En dat is precies waar ik momenteel mee bezig ben.

Vrolijke leuke boel
Ik heb een hele fijne jeugd gehad. Alleen dronk mijn vader en dat ging van kwaad tot erger. Hij raakte arbeidsongeschikt en daardoor werd hij depressief. Hij kreeg het ook aan zijn hart en hij voelde zich niet thuis in Nederland. Hij wilde terug naar Marokko. Dat was ook altijd het plan geweest; dat wij met z’n allen terug zouden gaan. Maar mijn broertjes en ik zijn helemaal Nederlands. Wij zijn hier bijna allemaal geboren. Ook mijn moeder wilde liever hier blijven. Ze heeft hier ook helemaal haar weg gevonden. Die vindt Marokko mooi als vakantieland, maar Nederland is het land waar zij kansen ziet; ook voor haar kinderen. Mijn vader heeft tot aan zijn dood gedronken. Dus verslaving zit wel in de familie, ja. Twee ooms van mij hebben ook een verslaving en mijn jonger broertje is sinds een paar maanden in herstel. Hij is in Zuid Afrika in een kliniek geweest. Hij doet nu dagbehandeling en werkt aan zichzelf. Ik kan hem nu ook in zijn herstel steunen en dat doet me heel goed. Wij waren met drie jongens en later kwamen daar nog twee pleegzusjes bij. Een tante overleed en mijn moeder heeft de voogdij over hen op zich genomen. We woonden sowieso altijd met heel veel mensen in onze flat. We waren nooit alleen met het gezin. Alle broers van mijn vader en mijn moeder kwamen naar Nederland, zochten onderdak en kwamen dan bij ons. Soms voor een jaar, soms voor twee jaar. Soms stichtten zij zelfs een gezin bij ons. Het was echt een komen en gaan van familieleden. Daardoor heb ik een hele vrolijke en leuke jeugd gehad.

Sacherijnig en prikkelbaar
In het dorp waar ik opgroeide begon ik in mijn puberteit met sigaretjes en een jointje. Daar kwamen later andere drugs bij. Toen ik elf jaar geleden mijn vrouw leerde kennen, gebruikte ik al flink, maar nog niet dagelijks. Ik was daar best open over. Achteraf zie ik in dat ik toen al een verslaving had, maar nog redelijk in de beginfase. Niet lang daarna begon ik tegen haar te liegen over mijn gebruik. Ik werd sacherijnig en prikkelbaar. Ik was niet meer de gezellige man van de avond tevoren. Ik gleed langzaam verder weg. Het gevolg was dat ik nóg meer ging liegen. Ze begon steeds meer bewijzen van mijn gebruik te vinden en daarop trok ik mij weer terug. Toen onze eerste zoon negen jaar geleden werd geboren, vond zij – natuurlijk terecht – dat ik moest stoppen. Dat was ook het moment van mijn eerste filmrol waarvoor ik heel vroeg moest opstaan. Maar ook onze zoon hield ons ‘s nachts wakker, dus toen begon ik cocaïne te gebruiken om wakker te blijven. Zij werd boos omdat ik bleef gebruiken en ik beloofde steeds te stoppen. Maar het werd niet minder; het werd meer.

Spanningen liepen op
Stress en druk werden ook smoezen om maar te kunnen gebruiken. Dan riep ik: ‘Ja, maar ik ben artiest.’ Ik heb de inspiratie nodig. Dan liet ze het weer even gaan. Maar dan merkte ze weer dat ik nachten doorhaalde en ‘s morgens niet mijn bed uit kon voor de kinderen. Die zagen mij alleen nog maar als de man die altijd op bed lag. We hadden in die tijd een inwonende nanny, die heel veel in huis over nam. Dat hielp niet echt, want als zij er niet was geweest, had ik een hoop meer moeten doen. Het was een soort luxe positie. De laatste jaren begon ik ook te drinken omdat ik niet meer kon slapen van de coke. Op het einde ging ik pas om een uur of half acht in de ochtend slapen. Ik had dus een heel ander ritme dan de rest van het gezin. De spanningen liepen steeds verder op. Mijn vrouw vroeg om de paar dagen of ik al gebeld had voor hulp en dan zei ik: ja, maar er is een wachtlijst van drie weken. Dan zette zij die datum in haar agenda en dat was voor mij dan weer het teken dat ik nog helemaal los kon gaan. Mijn succes hield deels mijn verslaving in stand. Daardoor hadden we ook geen financiële problemen. Daarnaast had ik ook geen vrouw die haar spullen pakte en wegging. Daar heeft ze zelfs nooit mee gedreigd. Mijn sociale leven stelde ook niks meer voor. Ik ging gewoon nergens meer heen, niet naar premières en feestjes. Als ik uitgenodigd werd voor een toneelstuk besloot ik gerust een half uur van te voren dat ik niet ging. Naar familieverjaardagen ging ik ook nog maar sporadisch. En als ik op visite ging bij mijn moeder viel ik steevast bij haar op de bank in slaap. Ik zei dan als excuus dat ik het hele weekend had gewerkt. Maar zij zag natuurlijk ook dat het niet goed ging. Ze zei ook vaak tegen me dat ik naar een dokter moest gaan voor hulp. Later kreeg ze er nog een verslaafde zoon bij, die bovendien bij haar woonde. Dus daar had ze veel meer last van dan van mij. 

Verslavingsgevoelig
Buiten mijn vrouw, haar zus en een enkele oom had eigenlijk niemand door hoe slecht het met me ging. Ik heb ook heel erg mijn best gedaan om dat altijd te verbergen. Dacht ik. Toen het beter met me ging hoorde ik dat iedereen het wel wist. Toen pas durfden zij te zeggen dat ze zich heel erg zorgen hadden gemaakt. Dat komt ook door onze Marokkaanse cultuur waarbij alles binnenshuis wordt gehouden. Toen ik met mijn verslaving naar buiten kwam, heeft het voor veel mensen wellicht de ogen geopend. Iedereen heeft wel een man die drinkt of een zoon die gokt. Openheid was voor mij de enige weg die ik kon bewandelen, vooral als publiek figuur. Mijn oudste zoon begint nu af en toe te vragen naar mijn verslaving. Hij vraagt dan aan zijn moeder of papa verslaafd was. Vroeger wel, zegt mijn vrouw dan. Zeer binnenkort ga ik met hem zitten en leg ik uit wat verslaving is en dat papa dat ook had. Hij leest en ziet natuurlijk ook dingen over mij op internet. Op een gegeven moment wordt het tijd om hem dat zelf te vertellen. Ik ben wel bang dat ik mijn verslavingsgevoeligheid door heb gegeven. Omdat het toch in de familie zit. Als mijn zonen wat ouder zijn, moet ik ze meer los gaan laten. Ik zal open met hen het gesprek aangaan. Ik wil niet dat zij stiekem dingen doen. Dat was vroeger bij ons thuis anders. Als mijn moeder voeger een tabakslucht rook, kwam de slipper al tevoorschijn.

Rust gevonden
Nu ik in herstel ben, zie je dat terug in mijn shows. Ik ben er zo open mogelijk over. Mensen in herstel zouden veel meer zichtbaar moeten zijn om het stigma te doen verminderen. Laten zien dat het kan. Mensen zien nu ook aan me dat ik fris en helder op het podium sta. Vroeger zweette ik me kapot van alle coke en alcohol, dat is helemaal over. Ik slikte ook zeker twaalf, dertien ibuprofen op een dag omdat ik altijd barstende hoofdpijn had. Ik heb nu ook veel meer rust. Die rust zit hem voornamelijk in het niet bezig hoeven zijn met plannen wanneer en hoe ik zou gaan gebruiken. Ook mijn paranoia en mijn concentratiestoornissen ben ik kwijt. Mijn tijdbesef heb ik weer terug. Dat was helemaal weg. Op het eind wist ik het verschil niet meer tussen gisteren en vorig jaar. Ik ben verschrikkelijk blij dat ik in herstel ben. Af en toe denk ik dat ik te gelukkig ben, dat het te goed gaat. Daar ben ik wel eens bang voor. Dan vraag ik me af hoe ik tegenslagen ga reageren. Daarom zijn de meetings zo fijn. Om van anderen te horen hoe zij dat doen. Welke tools zetten fellows daarvoor in? Of ik bel mijn sponsor. Ik heb het even moeilijk gehad met corona. Ik kreeg niet eens trek maar wel depressieve gevoelens. Ik vroeg me af hoe het nu allemaal moest. De kosten liepen door.  Het wachten en de onzekerheid zorgden ervoor dat ik onrustig werd. Ik heb me vast gehouden aan de stip op de horizon, en de 12 stappen. Zolang je niet gebruikt of drinkt komt het goed.

Dingen die ik behoor te doen
In het nieuwe jaar ga ik even geen shows doen. Ik wil ik graag met de opleiding tot verslavingscounselor beginnen. Ik voel gewoon dat ik dat moet doen. Naar mensen met een  verslaving luisteren en hen raad en tips geven hoe ze in herstel kunnen komen. Ik heb een cadeau gekregen dat herstel heet. Ik heb dat cadeau uitgepakt en er zitten allemaal kleine cadeautjes in die ik aan andere mensen kan en wil geven. Hoe mooi is dat? Mensen in herstel kunnen de sleutel zijn voor mensen die herstel nog niet hebben gevonden. Herstel is voor mij iets moois, maar ook iets waar ik nog heel veel van wil leren. Ik wil graag één of twee dagen per week als counselor gaan werken. Ik wil me graag comitten aan datgeen we met de kliniek hebben opgezet. Het is toch iets heel anders dan een theatervoorstelling. Bij een meeting is ieder woord dat je vertelt raak. Het doet mij ook nog steeds veel wanneer anderen sharen. Ik ben begonnen met verhalen te maken voor films en series. Ik vind het fijn om zoveel mogelijk afwisselend werk te doen.

Mijn gezin en mensen om mij heen merken dat ik er weer ben. Ik ben er ‘s morgens vroeg, ik ben er op verjaardagen en ik kom mijn afspraken na. Ik sta er en doe de dingen die ik behoor te doen. Als vader en als echtgenoot. Hiervoor was ik een hopeloos geval. Ik was alleen maar met mezelf bezig.’ 


Najib Amhali (1971) werd geboren in Marokko. Toen hij vier jaar was, verhuisde hij met zijn ouders naar Nederland. Hij is acteur en cabaretier. In 1998 won hij zowel de publieks- als de juryprijs van het Leids Cabaret Festival. Sinds die tijd trekt hij volle zalen met zijn one man shows. Hij kreeg de bijnaam De Marokkaan uit de Jordaan. Zijn eerste rol op televisie was in de serie Barst in 1990, gevolgd door vele tv- en filmrollen. Op 1 juli 2017 stond hij samen met Jandino Asporaat met een show in De Kuip. In datzelfde jaar heeft hij zijn theatertour afgezegd vanwege zijn verslaving. Aankomende 31 december verzorgt hij de Oudejaars conferentie. Najib is getrouwd en heeft twee zonen van zes en negen.

LEF MAGAZINE