
Natuurlijk mist hij de volle zalen, maar klagen doet Najib Amhali niet. Hij is blij dat hij al weer twee jaar clean en gezond is. En tv optredens als in het nieuwe seizoen van Wie van de Drie zijn ook een prettige pleister op de wonde.
Najib Amhali ziet er goed uit. Vrolijk is ie, dat ook. De aanstekelijke slepende lach van de cabaretier vult regelmatig de ‘man cave’ onder zijn Abcoudense villa. Een uitkomst is het, die man cave, helemaal in het afgelopen jaar. Hier kan Najib zich terugtrekken om films te kijken, te sporten, muziek te maken, een beetje chillen en na te denken over hoe het allemaal verder moet, straks na corona. Dat heeft hij wel nodig, die momenten voor zichzelf, want waar hij eerder 4 keer per week stad en land afreisde, van theater naar theater, zit hij nu elke dag thuis. Net als zijn vrouw Niama, die een eigen kapsalon heeft.
Dan is zo’n man cave een godsgeschenk, zegt hij met een knipoog, want verrassend genoeg heeft de pandemie hen juist dichter bij elkaar gebracht.
Het huwelijk heeft dan ook al zwaardere stormen overleefd: Niama bleef pal achter haar man staan tijdens de jaren dat hij verslaafd was. Vergeleken met die periode is de huidige crisis een stuk beter te handelen voor het stel. Wat niet wil zeggen dat Najib nooit somber is, dat is hij net als ieder ander wel eens.
Er zijn dagen dat het gemis aan de volle zalen hem te veel wordt, dat hij het zelfs een opgave vindt om van de bank af te komen. Het doet hem op die dagen bijna fysiek pijn dat al zijn theatershows sinds maart vorig jaar zijn gecanceld en dat er voorlopig nog geen licht aan het einde van de corona-tunnel te zien is. Maar lang duurt dat somberen niet. Wat moet hij dan, vraagt hij zich hardop af. Bij de pakken neerzitten? Op de bank blijven liggen huilen? Teruggrijpen naar de drank en drugs, die hem ruim 8 jaar lang in zijn greep hielden? No way, beantwoordt hij zijn eigen vraag. Die tijd is geweest. Ook omdat hij weet dat ie niet mag klagen. Hij heeft zijn Niama, hun twee kinderen Noah en Novell, ze zijn gezond. En hoewel het “een schijntje” is vergeleken bij wat er normaal binnenkomt, verdient Najib toch nog een aardige boterham met wat tv-klussen. Zoals Wie van de drie, het spelprogramma op SBS6 waarvan deze week een nieuw seizoen begint.

Keek de jonge Najib dat programma zelf ook?
“Ja man, altijd, ook omdat er in die tijd amper iets op televisie was. Herman Emmink presenteerde het, maar ik herinner me vooral Albert Mol.
Volgens mij was hij de eerste openlijk homoseksuele man op televisie. Niet dat wij dat doorhadden hoor, wij vonden hem vooral een heel leuke kerel. Dat ik meedoe aan dat programma vindt vooral mijn moeder erg leuk. Als ik op zondag bij haar ben, wil ze het ook altijd samen met me kijken. Ik kan niet goed naar mezelf kijken, maar ze zet het gewoon op. Ze houdt er enorm van als ik op tv kom.”
Ze vindt het specialer dat je meedoet aan een tv-spelletje dan dat je voor uitverkochte zalen staat met je eigen show?
“Mijn moeder weet dat ik met theater mijn geld verdien, dat het mijn passie is, mijn leven, maar ik denk inderdaad dat ze televisie stiekem leuker vindt. Ze zou ook het liefst zien dat ik overal aan meedoe, maar daar wil ik toch een beetje voor waken. Ik deed ook al mee aan In Holland Staat een Huis en The Masked Singer: straks ben ik die gast die alleen maar aan spelprogramma’s meedoet.”
Doe je dat ook omdat die aandacht stiekem wel lekker is nu je niet meer in het theater staat?
“Misschien wel, ja. Ik vond het in ieder geval leuk dat liefst vier miljoen mensen The Masked Singer zagen, dat ik op straat of via social media werd aangesproken door ouders en kinderen die niet wisten dat ik kon zingen en me daar complimenten voor gaven. Ik vind het oprecht leuke programma’s. Omdat ze, net als mijn theatershows, aantrekkelijk zijn voor een breed publiek. En ook omdat mensen wel klaar zijn met al dat corona-nieuws bij Op1 of Jinek. Het gaat altijd over hetzelfde. Mensen willen weer lachen. Een programma als Wie van de Drie zorgt daarvoor.”
Dat programma stamt uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Getuigt het niet van creatieve armoede om zo’n spelletje keer op keer uit de mottenballen te halen?
“Als ik heel eerlijk ben, vind ik dat ook wel. Het zal misschien met nostalgie te maken hebben, waar mensen toch steeds meer behoefte aan lijken te hebben. Alles gaat snel tegenwoordig. Mijn kinderen beslissen binnen vijftien seconden of iets leuk is en swipen dan weer door. Dan is een wat langzamer programma weleens prettig. Maar het is uiteindelijk toch meer van hetzelfde. Iedereen lijkt elkaar te willen kopiëren: is iets succesvol bij de ene zender, dan wil de andere zender ook zo’n programma. Ik heb genoeg andere programma-ideeën aangedragen bij tv-zenders, maar dat heeft niks opgeleverd. Ze zijn niet geïnteresseerd. Wat me er niet van weerhoudt dingen te bedenken – als het niet binnen het omroepstelsel past, past het wel op een streamingdienst als Netflix of Amazon. En het duurt nog even, maar er komen mooi wel twee films van mij aan. Toch wil ik vooral weer het theater in. Dat mis ik zo. Begin vorig jaar dacht ik nog: helemaal naar Emmen, man, ik heb geen zin. Nu besef ik pas hoe leuk het is. Om bij die grillroom in Emmen wat te eten of bij een viswinkel in Zeeland. ‘Hé Najib, wat leuk, ik wist niet dat je hier speelde vanavond!’ En die volle zalen, het applaus, man, dat is mijn leven. Dus ben ik bezig met het schrijven van een jubileumshow. En ik zou ook nog weleens een oudejaarsconference willen doen. Lijkt me leuk.”
Echt? De conferences van de commerciële zenders krijgen altijd een stuk meer kritiek dan die van de publieke omroep.
“Ik zeg niet dat ik het ga doen, maar als het zo zou zijn en er komt kritiek: I don’t give a shit. Het heeft namelijk toch gewoon met smaak te maken. Martijn Koning werd bijvoorbeeld neergesabeld na zijn oudejaarsconference in 2019. Ik heb die show gezien. Ik vond niet alles goed, maar het was niet zo slecht als die recensenten allemaal riepen. Ik zou het jaar gewoon in een mooi verhaal gieten, op mijn manier, met mijn flavour. Dan zullen er mensen zijn die het leuk vinden en anderen niet. Zo gaat dat bij al mijn shows: de ene recensent geeft me vijf sterren en vergelijkt me met Toon Hermans, de ander vindt me niks. Als ik me daar ooit iets van had aangetrokken, was ik nooit meer het huis uit gegaan. Ik doe dit nu 25 jaar en ik weet inmiddels echt wel iets van comedy.”
In je vorig jaar uitgebrachte biografie was je openhartig over onder andere je drugsgebruik. Heb je daar achteraf gezien spijt van?
“Nee, het luchtte op om er eerlijk over te zijn, mijnverhaal te vertellen. Ik kreeg veel positieve reacties, met name van andere verslaafden, mensen die vroegen wat ze moesten doen, hoe ze hun verslaving moesten aanpakken. Daarom benig nu bezig met het opzetten vaneen platform. Want je gaat naar een kliniek, volgt het stappenplan, maar dan? ” hoe hou je jezelf clean, wat komt er op je af? Ik wil laten zien, hoe ik het nu al tweeënhalf jaar volhou.”
Was het afgelopen jaar extra zwaar voor iemand die verslaafd was?
” Ja, maar het gekke was dat ik direct voelde: dit gaat me niet gebeuren. Het kon ook echt niet, want ik had geen werk en was soms down: als ik dan weer coke zou gebruiken, zou ik weer terug bij af zijn geweest en ik weet eerlijk gezegd niet of ik er dan weer af was gekomen. Ik weet trouwens ook niet hoe ik het had moeten betalen, want de rekeningen bleven komen, terwijl er geen cent binnenkwam. “Ja, een beetje geld van die tv-dingen, maar dat is een schijntje bij wat ik eerder verdiende. Maar maak je geen zorgen: ik hoef mijn hand nog niet op te houden.”
Toch hebben jullie je leefpatroon waarschijnlijk moeten aanpassen. Je vrouw Niama heeft een eigen kapsalon die uiteraard ook dicht moest…
” Ja, en we hadden net een nieuwe keuken besteld, haha. Ik zei nog: laten we even wachten. Maar nee, die keuken moest en zou er komen. Dus die wordt binnenkort geleverd. Maar goed, je leeft maar één keer. En het scheelt dat ik die coke niet meer hoef te betalen. Dan was die hele keuken al in mijn neus verdwenen, haha.”

Tekst: Marcel Langedijk. Fotografie: Mike van den Toorn. Visagie: Esther Oosterbeek.Styling Cindy de Kok